Een tank is bedoeld om door te kunnen dringen in vijandelijk gebied om de vijand te verjagen en de controle over het gebied over te nemen en te behouden. Daarom is een tank uitgerust met een stuk vlakke-baangeschut als kanon. Daarmee kun je granaten afschieten op alles wat je ziet. Bij het richten is dat kanon gemakkelijker naar links en naar rechts te bewegen dan naar boven of beneden. Het is in principe niet onmogelijk om een granaat met een boogje over een heuvel of gebouw heen te schieten, maar dat is voor een tank toch minder gebruikelijk.
Als je met één of meer tanks eenmaal de tegenstander hebt weggejaagd, of er zoveel gewond of gedood, of gevangen genomen hebt, dat ze er niets meer kunnen beginnen, dan ben je de baas over dat gebied; uiteraard tot iemand je met andere tanks of vliegtuigen weer uit het gebied verjaagt.
Een houwitser, daarentegen, komt normaal niet in vijandelijk gebied. Een houwitser heeft een stuk krombaangeschut, waarmee je granaten tientallen kilometers ver kunt laten neerkomen. Het woord krombaangeschut zegt het al: de granaten worden met een grote, hoge boog weggeschoten. De schutter krijgt het doelwit nooit te zien. Dat doel wordt via de radio doorgegeven door de vooruitgeschoven waarnemers.
Met een houwitser wordt een bombardement uitgevoerd op vijandelijke stellingen die men wil gaan aanvallen, of op militaire eenheden die als een bedreiging worden gezien.
Met de zware granaten van een houwitser kan men onvoorstelbare vernielingen en schade toebrengen aan de plaats waar de vijandelijke troepen zich bevinden en aan iedereen die de pech heeft daar net tussen te zitten.
Nu ja, zo werkt oorlog nu eenmaal. Het gaat erom wie er de baas is over een stukje land en in het uiterste geval maken we al het andere daaraan ondergeschikt.
Voor meer informatie over houwitsers, zie Wikipedia: Pantserhouwitser.